Drinkwaterbelang meegenomen in lozingsvergunning Sitech
Het afvalwater van de bijna zestig fabrieken op het chemische industriecomplex Chemelot wordt verwerkt door afvalwaterzuiveringsbedrijf IAZI, een onderdeel van Sitech Services. Het gezuiverde afvalwater wordt via een zijtak van het riviertje de Ur geloosd op de Maas. Ter hoogte van Heel neemt WML Maaswater in om er drinkwater van te maken. De lozing van de stof pyrazool dwong WML, en de verder stroomafwaarts gelegen drinkwaterbedrijven Evides en Dunea, in 2015 tot een maandenlange innamestop van Maaswater. In afwachting van een nieuwe waterwetvergunning verleende Waterschap Limburg in 2016 een tijdelijke vergunning aan Sitech voor het lozen van afvalwater. Na een intensieve voorbereiding met Sitech, Waterschap Limburg, Rijkswaterstaat, Provincie Limburg, Evides en Dunea is in december 2020 een nieuwe waterwetvergunning verleend met een geldigheid van zeven jaar.
Wat Specialist Hydrologie Peter van Diepenbeek van WML betreft, mag deze als blauwdruk dienen voor alle lozingen uit complexe installaties in de chemische industrie: ‘We zijn zeer tevreden met de uitkomst. Het gaat om wel 650 stoffen die moeten worden beoordeeld. Van sommige stoffen is nog niet alles bekend. Een complex verhaal dus. We zijn met name tevreden over de aanpak om tot de vergunning te komen en de wijze waarop de vergunningverlener het drinkwaterbelang voorop heeft gesteld.
Wat maakt de aanpak bijzonder?
‘We hebben samen een Mutual Gains Approach (MGA) traject doorlopen. Je kijkt dan naar de gezamenlijke belangen, naar waar de belangen botsen en hoe je dat kunt oplossen. Consensus staat dus centraal. Dat traject zetten we voort in de komende jaren. We komen een aantal keer per jaar bijeen om de voortgang in de naleving van de voorschriften in de vergunning te volgen en borgen.’
Waarom is het een blauwdruk?
‘Nieuw is dat álle stoffen die geloosd worden in de vergunning moeten staan en dat dus ook op álle stoffen getoetst moet worden. Verder is de drinkwaterimmissietoets als instrument toegevoegd. Deze gaat ook in op de beoordeling voor opkomende stoffen bij drinkwaterinnamepunten waarvoor nog geen norm bestaat. De reductie van de lozing van een aantal stoffen moet gefaseerd gedurende de looptijd van de vergunning, doch uiterlijk in 2027, behaald zijn.’
Van Diepenbeek concludeert dat er in de samenwerking enorme zijn stappen gezet om tot elkaar te komen. ‘We willen voorkomen verstrikt te raken in juridische procedures. Er ligt nu een waterwetvergunning met een maximale uitkomst voor de openbare drinkwatervoorziening, zonder dat Sitech het werken onmogelijk wordt gemaakt.’